
John Weijs, dankjewel voor de nominatie om een Pengel te schrijven. Het komt mooi uit. Het was 4 april 1979, ik werd die dag tien jaar oud, toen mijn ouders het genoeg vonden. Altijd maar thuis zitten bij mijn moeder terwijl alle vriendjes uit de Gentiaanstraat naar voetbal waren, dat was niet goed voor mij. Ik kreeg ’s ochtends voor mijn verjaardag een oranje shirt, een zwart broekje en zwart/oranje kousen en rond 10 uur mocht ik meefietsen naar de Schoonbroeksweg, helemaal aan de overkant van die drukke Laan van Zevenhuizen. Daar, in de bestuurskamer van het oude houten clubhuis, werd ik door heer Bout ingeschreven als lid van ZVV’56. En nu 45 jaren later stap ik nog steeds vaak op de fiets om naar de vereniging te gaan, die mijn club is geworden. Ik stap nu even in de ‘memory lane’.
De eerste dinsdag na mijn inschrijving mocht ik zelf op de fiets naar ZVV’56. Na de training werd ik op het fietspad langs de Anklaarseweg geschept door een bromfiets die ik over het hoofd had gezien. Met mijn eerste voetbalblessure op de 1e hulp van het ziekenhuis. Mijn eerste team was de E4. Het was slechts voor een maandje aan het einde van de competitie. Ik weet de namen van de spelers niet meer, behalve mijn buurjongen Peter Siero en er was een leider uit de Hachmang-familie. En daarna heb ik alle hoogste jeugdelftallen doorgelopen; D9, C7, B3, A2 enzovoort. 😊. Bij WSV-uit had de langskomende trein meer van mijn aandacht dan het spel maar gaandeweg werd ik voetballer. Mijn voetballoopbaan heeft me ook in het hoogste jeugdteam onder trainer Stienus Haan gebracht. Dat was een fanatiek gebeuren met een getalenteerd team, een kampioenschap en leuk toernooi in West-Duitsland.


Na eerst een seizoen in A1 zakte ik een niveau en kwam ik in de A2. We hadden 4 leiders; Berthold Rodink, Marcel Lieferink, Hannes Huisman en Sjaak Huisman. Naast het rijden en begeleiden van de spelers, hebben zij mij en mijn teamgenoten ook geleerd over de 3e helft. Iedere leider deed na de wedstrijd een rondje in en we konden niet kiezen wat we wilden drinken. Zo ging dat toen.
Na de jeugd kwam ik in het 3e elftal. Een goede mix van jeugd en ervaren spelers (zoals Cor Brom en Marcel Lieferink), en toptrainer Marco Piket. Toen was een goede conditie nog heel gewoon. In die jaren deden we als team mee aan de 24-uurs estafetteloop in het Mheenpark. Het kamperen bij Marveld in Groenlo is nog steeds legendarisch en komt nog regelmatig even als gespreksonderwerp voorbij. En niet te vergeten de heetgebakerde wedstrijden tegen De Haere. We leerden daar ook dat er tegenslag is in het leven, toen onze speler Henk Wilbrink besloot uit het leven te stappen na opnieuw met de vreselijk K-ziekte te zijn geconfronteerd.


Vervolgens promoveerde ik naar het 2e elftal met leiders Jan Evers en Bart Esselink en trainer Cees van de Zouwen. Als je niet 2x in de week kon trainen, dan mocht je op zaterdagochtend komen inhalen; lekker kappen en draaien en pirouettes draaien over de bal. Niet iedereen was even atletisch en Cees liet dat duidelijk blijken. Bijzondere man; voetbaltrainer, progressief raadslid en ook nog leraar Engels. Hij ging met zijn oude Peugeot het veld prikken als er voor de training water op het trainingsveld stond.

Later heb ik nog een aantal wedstrijden onder Rob van Houwelingen bij het eerste gespeeld en daar mocht ik zelfs scoren. Ik was best wel fanatiek, op mijn manier, maar miste misschien de finesse. Bij het 1e en 2e in de senioren kwam ik er wel achter dat ik het voetballen voor mezelf als prestatiesport niet helemaal serieus nam, en ik nam me dan ook voor om te stoppen. Toen belde John Leliveld mij op om me over te halen bij het 3e elftal met Jan Paalman als trainer en later ook met Bart de Wit als Technisch Directeur te komen. Dat waren mooie jaren met veel gezelligheid, stevige wedstrijden tegen Apeldoornse Boys en ook nog een kampioenschap. Daar eindigde op 29-jarige leeftijd mijn voetbalcarrière. Tijdens de laatste wedstrijd van het seizoen op het hoofdveld verdraaide ik mijn knie en waren meniscus, mediale band en voorste kruisband aan gort. Ik heb het jaren later nog eens bij de veteranen geprobeerd maar 5 minuten nadat ik in het veld was gekomen, kon ik weer door naar het ziekenhuis en mocht de chirurg opnieuw aan de slag. Vanaf toen bestond sporten nog voornamelijk uit fietsen en rennen. Maar ZVV’56 was na al die jaren wel mijn club geworden en daar wilde ik dolgraag bij blijven. Dan moet je dus wat gaan doen. Zo hoort dat. Dus werd ik maar grensrechter bij het 3e, en ging ik de keepers intrappen. Dat heb ik een paar seizoenen met veel plezier gedaan.
In al die seizoenen bij de senioren vond ik de gezelligheid en vriendschap toch altijd het allerbelangrijkste. Ik ging dus ook niet als 1e naar huis, of het nu dinsdag, donderdag of zondag was. Menige visite had huize Veldhuis al weer verlaten wanneer ik me weer thuis meldde aan het einde van een lange zondagmiddag. Ik bewonder nog steeds het geduld van Mireille in die jaren. De vriendschappen die uit ZVV’56 voortkomen koester ik zeer. We genieten van grappen, grollen en een goed gesprek aan tafel in het clubhuis, tijdens een etentje of als we naar een muziekevenement gaan.
Tja, en dan word je ouder, en wat meer ervaren in het leven. Ik werkte al een tijd bij een groot Amerikaans sportschoenen en -kledingmerk, en mocht zelfs 2 jaar in het noordwesten van de USA leven. Daar heb ik veel geleerd over waar ik vandaan kom en hoe mensen ergens anders over zaken denken. Als het daar goed met je gaat, en je goed voor jezelf en je gezin kunt zorgen, dan is “Giving back to the community” heel belangrijk. Mireille en ik kwamen terug en kregen kinderen, en ik wilde in mijn vrije tijd ook graag bijdragen aan iets waar je geen geld aan hoeft te verdienen. Dus begon ik me te oriënteren op taken die bij mij pasten bij ZVV’56. Piet Hoving, de vader van onze huidige voorzitter, was al vele jaren de man van het clubhuis en ik bood aan om het financiële beheer over te nemen. Maar hij vond het toch wel lastig om de controle los te laten. Heel herkenbaar!
Daarop stelde Lex Bakker voor om na een lange periode als penningmeester af te treden en mij te vragen hem te vervangen. En zo is het gegaan. Het was 2007. Inmiddels zijn we 17 jaar verder en zit ik al 16 jaar als penningmeester in het bestuur. Sindsdien heb ik met 3 voorzitters samengewerkt en diverse bestuursleden zien komen en gaan.

In die eerste jaren was de bodem van kas regelmatig te zien en we hadden ook nog leningen bij de bank. Maar in de loop van de jaren heeft de vereniging financieel vet op de botten gekregen. Dat kwam onder andere door de verhuur van onze parkeerplaats aan 2 grote bedrijven maar ook door ons beleid van gematigdheid. En sinds enkele jaren maken we volop gebruik van de diverse subsidiemogelijkheden. Het heeft grote investeringen mogelijk gemaakt zoals het zelf gaan onderhouden van de velden met een trekker, maaier en allerlei andere apparatuur, de led-verlichting op het trainingsveld, de dakisolatie en zonnepanelen op het dak van het clubhuis, een nieuwe entree van ons terrein, en nu ook de gefaseerde verbouwing van het clubhuis.
De vereniging is in al die jaren heel erg veranderd. Het meisjes- en damesvoetbal heeft een prominente plek gevonden, het G-voetbal is niet meer weg te denken, en we voetballen nu (bijna allemaal) op zaterdag. We hebben ons in die jaren best zorgen gemaakt over de toekomst. De ledenaantallen, vooral bij de senioren, liepen ieder jaar terug. Er was 6 jaar geen doorstroming vanuit de jeugd naar de senioren. Maar de unieke ZVV’56 cultuur is overeind gebleven en is uiteindelijk onze kracht gebleken. We zijn een groeiende en gezonde vereniging met nog veel meer potentie voor de toekomst.
Er zijn in die jaren door mij vele uren in ZVV’56 zijn gestopt. De zaterdagavond was eigenlijk wel een standaard administratieavond en op 2e kerstdag diende ik traditioneel het financieel verslag in bij de KNVB. ZVV’56 had 365 dagen per jaar mijn aandacht. Soms was het wel lastig om altijd aan te moeten staan, vooral als je gezondheid niet mee werkte…. Maar de gedachte dat ik bevoorrecht ben en dat ik er zonder tegenprestatie mede voor zorg dat kinderen op zaterdag kunnen voetballen, heeft me altijd veel voldoening gegeven. Lekker op de achtergrond, maar wel met een stem die mede richting geeft aan de club. Ik heb er ook heel veel van geleerd, wat me zelfs op het werk veel heeft geholpen. Op mijn aandachtsgebied is ZVV’56 gewoon een bedrijfje, en zo heb ik het altijd benaderd. Maar dan met vrijwilligers, waarbij je moet accepteren dat het niet perfect verloopt. De ‘charme van de vereniging’ noemt een collega-bestuurslid dit.
En toch gaat er iets veranderen. Ik ga op de komende Algemene Ledenvergadering aftreden als penningmeester en bestuurslid. Na 17 jaar is het tijd voor een ander. Helaas hebben we een opvolger nog niet kunnen vinden. Het zou fijn zijn als dit stukje iemand op het idee brengt om deze verantwoordelijkheid voor een paar jaar te willen dragen. Natuurlijk is enige kennis en ervaring van debet en credit wel nodig. Ik wil graag op de achtergrond mijn steun blijven geven aan het financiële beheer en zal natuurlijk zorgen voor een goede overdracht. Het huidige bestuur wordt binnenkort op de Algemene Ledenvergadering, als de leden er mee instemmen, aangevuld met een aantal nieuwe bestuursleden. We zitten inmiddels met 4 dames en 4 heren aan de bestuurstafel en er is veel nieuw elan. Ik begin te merken dat ik bij de conservatieve en oudere generatie hoor. Nieuwe, jonge bestuursleden met veel diversiteit aan tafel, dat brengt de vereniging in de toekomst.
Ik maak plaats.

Laat ik eindigen met de Pengel aan mijn collega-bestuurslid Claudia de Vries door te geven.